Tegenwoordig kiezen steeds meer mensen voor een crematie. Maar waarom is dat?
100 jaar geleden vond in Nederland de eerste crematie plaats, op 24 april 1914. Toen werd de arts, dr. C.J. Vaillant in Crematorium Westerveld te Velsen als eerste gecremeerd.
Nu ligt landelijk het percentage crematies rond 60%, al zijn er behoorlijke verschillen per streek en soms per plaats.

Een crematie is in de eerste plaats een stuk goedkoper dan een begrafenis. Steeds vaker zien we dat er dan ook om financiële redenen een keuze gemaakt wordt.
 Ook wil men nabestaanden niet opzadelen met het onderhoud van het graf, vooral wanneer de kinderen ver weg wonen. We horen nogal eens zeggen dat de kinderen toch niet naar het graf gaan. En mocht men na afloop wel een plek willen om naar toe te gaan met al het verdriet, dan kan de asbus na de crematie bijgezet worden in een urnenmuur of thuis een goede plaats krijgen. 


Een crematieplechtigheid wordt meestal gevolgd door een condoleance in de koffiekamer van het crematorium. Hier is gelegenheid tot condoleren, maar vooral om elkaar te ontmoeten. Consumpties in de vorm van hapjes en drankjes zijn daarbij steeds gewoner. Allemaal passend bij de leefstijl van de overledene. Het betekent dat alles op één dag, op één plaats gebeurt.
Bezoekers hoeven dan niet de keuze te maken: ga ik naar de condoleanceavond of naar de begrafenis. Ze kunnen het geheel meemaken.
De directe nabestaanden hebben ook maar één dag waarop ze met al de bezoekers geconfronteerd worden, vaak een heel emotioneel moment, waar iedereen bij is.
Tegelijkertijd is het natuurlijk wel heel fijn dat al die mensen die je zo dierbaar zijn, om je heen zijn.

Men moet zich alleen wel realiseren dat de tijd in een crematorium beperkt is. In de meeste crematoria is er standaard 45 minuten gereserveerd voor de dienst/plechtigheid en 45 minuten voor de koffiekamer. Uiteraard kan er vooraf (bij het regelen van de afspraken) extra tijd bijgeboekt worden. En of men met deze beperkte tijd altijd blij is, is maar de vraag.